Over cultuurplanten

104. Palmen en bananen

Op vakantie zie andere dingen dan thuis, daarvoor ga je op vakantie. Wij waren op vakantie op de Canarische eilanden en daar zagen we o.a. palmbomen en plantages met bananen. Dit zal waarschijnlijk niemand verrassen. Het wordt pas opmerkelijk als je bedenkt welke de naaste familieleden van deze planten zijn, die we ook in Nederland kunnen aantreffen. Dat zijn namelijk grassen, cypergrassen en lisdodden! En inderdaad palmen en bananen zijn ook familie van elkaar. De overeenkomsten tussen al deze familieleden, vind ik niet echt opvallend.

104.landschap met palmen (443K)
Palmen en terrassen.

Eenzaadlobbigen
Al de genoemde planten zijn eenzaadlobbig. De eenzaadlobbige planten horen net als de tweezaadlobbigen bij de bloemplanten, ook wel bedektzadigen genoemd. De bedektzadigen zijn de jongste tak in de plantenevolutie, die daarvoor waren de naaktzadigen waar onder andere de naaldbomen bij horen.
Op een zeker moment ontdekte een van deze bedektzadigen dat het allemaal wel wat eenvoudiger kon en die heeft toen een aantal functies uitgeschakeld. De meest opvallende verandering is dat eenzaadlobbigen met één spriet boven de grond komen bij het kiemen bijv. bij de granen, terwijl tweezaadlobbigen dat op de oorspronkelijke manier doen met twee kiemblaadjes (bijv. de beuk) en soms zelfs het hele zaad boven de grond brengen zoals bij de erwt.

Maar het belangrijkste verschil is de groeiwijze: eenzaadlobbigen kennen geen diktegroei van de stengel. Nu hebben heel veel tweezaadlobbigen óók geen diktegroei zoals de eenjarige en tweejarige planten en de kruidige vaste planten. Voor die planten heeft diktegroei weinig zin want ze beginnen toch ieder jaar opnieuw. Maar in veel groepen binnen de tweezaadlobbigen komen zowel kruidachtige planten voor als planten met houtige takken die diktegroei hebben. De rozen zitten bijvoorbeeld samen met de brandnetels in één groep en de ribes met de steenbreek. Kortom diktegroei met houtige stengels en takken is steeds dichtbij in de tweezaadlobbigen.

Palm kan 60 meter hoog worden
Zoals gezegd veel planten kunnen prima leven zonder diktegroei. Het wordt pas een probleem als een eenzaadlobbige de hoogte in wil en sommigen willen dat. De hoogste palm kan 60 meter worden en heet Ceroxylon quindiuense. Deze palm groeit in het Andes gebergte. De palm op de Canarische eilanden heet Canarische dadelpalm (Phoenix canariensis) en wordt 'maar' 20 meter hoog. Maar hoe maak je een paal van 20 of zelfs 60 m hoog zonder diktegroei?
De palmen zijn creatief geweest: als je geen diktegroei hebt begin je gewoon met een groeipunt groot en dik te maken zonder lengtegroei. Pas als die groeipunt een doorsnede heeft van ruim een halve meter, begint de lengtegroei en dan groeit de groeipunt zichzelf naar boven! Tegelijkertijd worden aan de buitenkant de bekende waaiervormige bladeren gevormd, maar geen zijtakken. De bladeren worden ook weer alleen door de groeipunt gemaakt dus alle jonge blad zit bovenin. De oudere bladeren verdorren op de duur maar de palm stoot die niet af. De kale stam wordt vooral gemaakt door mensen die de bladeren afzagen, waardoor de stam een ritmisch patroon krijgt door de littekens van de bladeren. Maar de buitenkant van de stam is wel hard, net als de binnenkant
De palm heeft geen groeiringen want die ontstaan door de onregelmatige diktegroei in de verschillende seizoenen. Maar er moet in de stam natuurlijk wel een systeem zitten van transportvaten want de bladeren bovenaan hebben water en voedingsstoffen nodig. En de wortels hebben het zetmeel nodig dat in de bladeren wordt gemaakt. Dit is natuurlijk niet anders als bij onze eiken, maar of het transportsysteem helemaal vergelijkbaar is weet ik niet. 104.groeikern palm (322K)
Het gladdere stuk is de groeikern van de palm, dit is zacht terwijl de rest hard is. Op de rechter foto heb ik even mijn duimnagel in de groeikern gedrukt.

Tot zover kun je het ook allemaal in Wikipedia lezen. Maar toevallig kreeg ik ook nog wat praktijkles. Tijdens een wandeling kwam ik bij een plek die waarschijnlijk gebruikt werd als stortplaats van de gemeentelijke plantsoenendienst. Daar lag allerlei snoeihout en dergelijke, maar ook een in moten gezaagde palmboom. Dan kun je dus zien dat de palm inderdaad geen jaarringen heeft en voelen dat het hout net zo hard is als bij een 'gewone' boom. Maar het leukst was dat de plantsoenendienst de bovenste 'moot' ook in de lengte had doorgezaagd. En daarin zit de groeikern van de palm en die is zacht! Op de foto's is te zien dat de groeikern een wat fijnere structuur lijkt te hebben en op de tweede foto heb ik even mijn duimnagel in de groeikern gezet wat een duidelijke, gele wond veroorzaakte. De groeikern is dus heel kwetsbaar en je kunt ook zien dat de palm deze met een dikke laag bladeren probeert te beschermen.

Canarische dadelpalm 104.palm stam zonder groeiringen (296K)
De stam van de palmboom heeft geen jaarringen, maar het hout is net zo hard als van een 'gewone' boom.

De Canarische dadelpalm is inheems op de Canarische eilanden. De palm is verwant aan de dadelpalm waarvan wij de dadels eten. De vruchten van de Canarische dadelpalm zijn ook eetbaar, maar er zit zo weinig vruchtvlees rond de pit dat het eten tegenwoordig wordt overgelaten aan knaagdieren, vogels en soms varkens. Het blad wordt gebruikt voor vlechtwerk en vroeger was kops palmhout favoriet voor het maken van houtsnedes voor drukwerk, omdat het geen jaarringen heeft.
Maar tegenwoordig is de enige commerciële toepassing de winning van palmhoning. Hiervoor wordt de groeikern bovenin de boom verwond en het sap wordt 's nachts opgevangen. Per nacht kan de boom meer dan 10 liter sap produceren en dit gedurende een paar maanden. Daarna moet de boom minstens 5 jaar met rust gelaten worden. Als de groeikern te zwaar beschadigd is, gaat de boom dood. Het sap wordt ingekookt en smaakt dan zoet.

Van andere soorten palmen wordt de groeikern gegeten. De jonge kern wordt dan in repen gesneden en ingeblikt. In Nederland zie je blikken met palmharten niet vaak maar in Frankrijk liggen ze standaard in de supermarkt. Ze eten ze door de sla.

104.palm bloei (294K)
De mannelijke bloemen van de Canarische dadelpalm.

De mannelijke bloei van de Canarische dadelpalm is prachtig: een geweldige tros crèmekleurige bloemen en als de boom nog vrij jong is kan die op ooghoogte hangen. Deze palm is tweehuizig, dus er zijn mannelijke en vrouwelijke bomen en ik denk dat de trossen op de foto de mannelijke bloemen zijn. Maar ik heb ter plekke geen vrouwelijke bloemen gezien. Ik denk dat ik ze over het hoofd gezien heb want het zijn bleek gele bolletjes. Ik moet dus nog een keer terug, gelukkig. De vruchtjes van deze palm zijn in het begin bijna oranje en als ze verder rijpen worden ze bruinig.

De banaan 104.banaan plant (352K)
De bananenplant met links een onrijpe tros en rechts de 'stam' nadat de plant is gekapt.

De banaan is net als de palm een eenzaadlobbige en mist dus ook diktegroei. In de bananencultuur wordt een plant ongeveer drie hoog, maar er zijn hogere soorten en daarmee is de banaan waarschijnlijk de grootste kruidachtige plant op aarde.
De banaan heeft een heel andere manier om de hoogte in te gaan dan de palm. Op de foto staat een afgehakte bananenplant met een doorsnede van zo'n 20-30 cm. Het lijken allemaal ringen, maar het zijn bladstengels die ongeveer 1/3 rond zijn en elkaar overlappen. Het nieuwe blad ontstaat in het midden en drukt de oudere bladeren naar buiten. Zo ontstaat een stevige cilinder die de plant goed overeind kan houden, maar die toch moeite heeft om een volgroeide tros van 30-50 kilo omhoog te houden.
Bij het kweken van bananen zijn de trossen waarschijnlijk steeds zwaarder geworden. En dat kweken doen de mensen al heel lang: de Papoea's van Nieuw-Guinea lijken er minstens 10.000 jaar geleden mee begonnen te zijn! De huidige kwekers moeten de trossen dus ondersteunen.

Bij het kweken is er nog meer veranderd. Moderne bananen hebben geen zaden en kunnen zich dus alleen via stekken voortplanten. De planten hebben maar één bloemtak en nog wel bloemen: boven op de vrucht zit de vrouwelijke bloem. Die vruchten groeien in zogenaamde 'handen' met 10 tot 20 vingers (de bananen) per hand en die handen staan weer in lagen rond de bloemtak gescheiden door bruinrode schutbladen. De mannelijke bloemen komen op het einde van de bloemtak. De banaan is dus eenhuizig, ook al werkt de bevruchting niet meer.

104.banaan bloemen (246K)
De bloemen van de banaan. De vruchten beginnen waar de groene kleur begint.

Door het gewicht van de tros wordt de bananenplant ook krom getrokken. De bloemstengel stond oorspronkelijk recht omhoog en de bananen groeiden ook recht omhoog. Nu buigt de tros naar beneden, maar de bananen willen omhoog groeien en buigen dus nu met een heel onnatuurlijke bocht terug langs de bloemstengel. Dus daarom zijn de bananen krom.

Na de bloei sterft de plant af. In Nederlandse termen zou je de banaan dus een vaste plant kunnen noemen. Want uit de knol, een ondergrondse stengel, groeit na het afsterven weer een nieuwe plant. De mens hoeft dus niet steeds opnieuw te stekken, maar de plant krijgt op deze manier geen genetische variatie en wordt dus erg kwetsbaar voor ziektes.

Jan van Dingenen - 2017